Karel August Pekelharing ('Karel van Hoogh')


Karel Pekelharing (Bron: www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu)

Danser en dichter Karel Pekelharing (Hoorn, 6 april 1909) was lid van wat men het Kunstenaarsverzet noemde. De bekendste persoon van dit verzet is de beeldhouwer Gerrit van der Veen. Samen met Willem Arondéus leidde hij de Persoonsbewijzen Centrale (PBC). Andere leden of betrokkenen, tevens homoseksueel, van het Kunstenaarsverzet waren Frieda Belinfante en Sjoerd Bakker. Karel danste in 1940 bij het Nederlandsche Ballet en was ook choreograaf. Karels naam komt in 1939 voor op de lijst met 'links-extremistische personen' die de Centrale Inlichtingendienst (CID). Hij wordt daar omschreven als 'toneelspeler, communist en anti-mil.' Hij was toen woonachtig in Utrecht en leider van een 'communistisch toneelgezelschap'. Als bekend antifascist en communist verborg hij zich een tijd in het Duitse Kassel. Eind 1942 kwam hij terug en dook onder in Den Haag en Amsterdam. Bij de overval op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans, die in Oudejaarsnacht 1943-1944 werd opgezet, werkte het kunstenaarsverzet samen met de groep rond Jan Bonenkamp en Ko Brasser (Raad van Verzet, RVV). In een verslag van de mislukte poging komt Karel Pekelharing tweemaal voor (zie onder). Net als bij de aanslag op het Bevolkingsregister gebruikte men politie-uniformen. Vóór een tweede poging werd Karel in het Amsterdamse American Hotel opgepakt (6 april) en honderd meter verder opgesloten in uitgerekend de Weteringschans-gevangenis. Op 10 juni 1944 is hij in de duinen van Bloemendaal gefusilleerd. Zijn graf is op de Eerebegraafplaats ‘Bloemendaal’ te Overveen.


Graf Karel Pekelharing (Bron: www.ogs.nl)

Uit: Otto Kraan, Jan Brasser, ‘WITTE KO’, herinneringen uit het gewapend verzet (1982)
De overval op de Weteringschans
"Er is enorm veel werk aan geweest, maar de overvallen op de Weteringschans zijn allemaal mislukt. Wij hebben het niet gered en anderen ook niet.
De eerste keer dat wij het geprobeerd hebben was op Oudejaarsnacht 1943/1944. We zaten met een stelletje jongens in een huis. Ik meen in de Krayenhoffstraat. Gerrit van der Veen was er bij, de bekende beeldhouwer en verzetsleider. Er waren die nacht meer mensen bij van het kunstenaarsverzet, o.a. ook de beeldhouwer Johan Limpers en Karel Schippers, de kunstenaar die later in Delft werd doodgeschoten. Verder was er Karel Pekelharing, een acteur, en Ferry van den Ham.

Duitse uniformen
Voor vijf man waren er Duitse uniformen. Daarop waren de uitmonstering en distinctieven gemaakt, zodat wij op Duitse politie leken. De uniformen kwamen via Alie van Berkum, die werkte bij de expeditie van textielreiniging S. Krom te Alkmaar, in ons bezit. Die werden dus gestolen en naar een goed adres gebracht. Alie Hollander en nog een ander brachten die uniformen met de trein naar Amsterdam. Dat was op zich al erg gevaarlijk. Want als ze gepakt zouden worden bij een of andere controle was het leed niet te overzien. Dus alles was piekfijn georganiseerd.

Wehrmacht
Er was een auto die voor de Wehrmacht reed. Twee jongens die daar op reden hadden hun medewerking toegezegd. Ze kwamen uit de buurt van Amersfoort. Die hadden op de 31e december dienst. Het plan was, dat we met zijn vijven van de Duitse politie waren. En dat we vijf gevangenen binnen zouden brengen op de Weteringschans. Er was bij ons ook een Rijksduitser, Albert was de naam die hij gebruikte. Die is later ook doodgeschoten. Maar die sprak natuurlijk Duits en hij zou het woord doen. Het was de bedoeling de poort in te rijden om op de binnenplaats te komen. Die poort moest natuurlijk door het Duits spreken van Albert voor ons geopend worden. Dan de z.g. gevangenen uitladen en de SS-ers die nachtdienst hadden in de gevangenis onder schot te krijgen. En dan de echte gevangenen die we op het oog hadden, bevrijden. Ik dacht aan de Zaandammers, ook RVV-ers, Ab Huisman, Sjef Zwolfs, die dat trotyl van de Hembrug had geleverd, en anderen.

Accu's
Wat wil het geval. We brengen de nacht door in een huis waarvan de bewoners elders Oud- en Nieuw aan het vieren waren. Ze hadden de woning aan ons overgelaten. Oude huizen met houten trappen, ik meen twee hoog. Gerrit van der Veen ging in de loop van die nacht naar die auto. Die stond in een loodsje dat geleend was; ik weet niet van wie, daar stond ik buiten. Maar de deuren [van het loodsje] konden niet goed dicht. Die auto was er te groot voor. Al vroeg in de avond hadden die twee Amersfoortse jongens gemerkt dat de accu leeg was. Er moest een nieuwe in, anders kon er niet gestart worden. Hoe dat nou gekomen was weet ik niet. Via een Amsterdamse jongen die bij onze groep zat, zijn ze aan een nieuwe accu gekomen. Dus 's nachts nog in dat loodsje aan het werk geweest. Er wordt beweerd dat er licht naar buiten geschenen heeft en zo op de een of andere manier de Duitsers erbij gekomen zijn. Even voor het einde van de sperrtijd zouden we de overval plegen.

Ontdekt
Gerrit van der Veen ging ruim voor die tijd naar het loodsje. Hij nam een jongen mee (na de oorlog bleek die Jansma te heten). Het parool was: uniformen aantrekken want we komen direct voorrijden. Ik was zo'n soort Feldwebel, dus een beetje een hoge, wij stonden klaar en wachtten. En ineens een gebonk en gedaver op die trap. En dat klonk in die nachtelijke stilte dubbel zo hard. Komt die Jansma naar boven, buiten adem en van streek: de SD is bij de auto! Gerrit van der Veen is nog boven op dat loodsje weten te komen en heeft gezien hoe die moffen die jongens meenamen. Die auto bleef daar staan. Dus uniformen weg! Alles weg en de benen nemen. Het zat allemaal prachtig in elkaar en was goed voorbereid. Maar hoe de SD daar kwam is een groot vraagteken...

Arrestatie
Nou, toen duurde het een poosje en in die tussentijd hebben we wel het een en ander gedaan. Het was niet zo dat we vakantie hielden, hoor, maar ik bedoel, het duurde een poosje voor we weer naar de Weteringschans gingen. Het zou weer onder leiding zijn van Gerrit van der Veen. We hadden een plaats van samenkomst in de Sarphatistraat. Maar omdat Sarphati een Jood was heette die straat toen de Muiderschans. Een nummer dichtbij de 100. Dat was daar een behoorlijke woning, die voor ons beschikbaar was gesteld. Jan Bonekamp was er weer bij. Een paar jongens uit Alkmaar, Johan Asjes en Joop Jongh, Meindert van der Horst. En laat ik dit erbij zeggen: niet lang voor wij bijeen waren, was Karel Pekelharing gepakt, was Paul Guermonprez gepakt."

Internetbronnen:
www.schorer.nl
www.iisg.nl/research
www.ogs.nl
www.janbonekamp.nl/BrasserBonekamp.html
www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu
http://resources.huygens.knaw.nl/watermarker//pdf/cid/2200-2299/2232.pdf (2015)

© 2023 Bevrijding Intercultureel