Mannen van tien jaar en ouder
De heiho ranselde met welgemikte slagen
Tienjarige jongens achter een legerwagen.
Per onbegrijpelijk decreet waren zij
Verklaard tot man - en mannen
Horen niet meer bij hun moeder.
Hij stond in de rij met in de ene hand zijn teddybeer
Vastgeklemd om de enige nog aanwezige poot
In de andere hand een tasje met daarin
Het laatste restje suiker en wat malariapillen.
Zijn moeder had dat er op het laatst ingestopt
Hij dwong zijn tranen terug
Hij was nu toch man.
Zijn moeder bad en had de intense hoop
Hem ooit weer terug te zien.
Ze had bij zijn geboorte
Zo'n mooie naam voor hem bedacht.
Zij, zij stierf aan ondervoeding en malaria
Ontbeerde pillen die zijn leven redden.
Hij kwam terecht in een Hollands contractpension
Koud, nat, onbehaaglijk en ook niet zo aardig
De hongerwinter was belangrijker in het gesprek
Dan zijn verhaal van zijn – wreed - vertrek.
Over goed en kwaad dacht hij steeds afwijkend
Zijn relaties liepen allen stuk
Drank en drugs hielpen soms, even de werkelijkheid ontwijkend.
Zijn loopbaan mislukte keer op keer
Het enige wat hij miste was zijn oude, éénarmige, zachte teddybeer.
Uit: 'Flarden, herinneringen van een kampjongen', door Govert Huyser (2005). Publicatie die mogelijk is gemaakt door de geldelijke steun van de Stichting Militaire Oorlogsslachtoffers en Aanverwante doeleinden.
Generaal b.d. G.L.J. Huyser (Surabaya 1931) verbleef gedurende de oorlog in de Japanse interneringskampen 'Darmo' te Surabaya, 'Karangpanas' in Semarang en in het jongenskamp 'Bangkong' in Semarang.