Han Diekmann (1896-1989) is de minst bekende van de drie oprichters, wel de uitgever. Hij fungeerde bij Levensrecht als penningmeester en gebruikte als enige van de redactie zijn eigen naam. Diekmann, in die tijd vriend van de veel jongere Engelschmann, kon dit doen vanwege zijn economische onafhankelijkheid.
Verantwoording van het garantiefonds, met Diekmann die als enige
met naam, adres en gironummer wordt vermeld (Bron: www.ihlia.nl)
Wie was Han Diekmann? Op 19 januari 2008 gaf de historicus Hans Warmerdam in Haarlem een lezing over zijn leven. Dit gebeurde tijdens de nieuwjaarsreceptie van het COC-Kennemerland en stond in verband met de actie voor het openen van een Han Diekmannhuis, waar christelijke homoseksuelen tijdelijk een onderkomen kunnen vinden. Bevrijding Intercultureel kreeg toestemming Warmerdams tekst samen te vatten.
Johann Heinrich (‘Han’) Diekmann wordt op 29 juli 1896 in Amsterdam geboren. Zijn vader is Duits. Zijn moeder, die er op een gegeven moment alleen voor staat, brengt hem in 1903 naar een weeshuis van het Leger des Heils. Hij gaat er naar de lagere school, krijgt een opleiding, maar kiest ervoor heilssoldaat te worden. Als hij op 27-jarige leeftijd, in 1923, verliefd wordt op een zestienjarige jongen stopt hij met zijn werk voor het Leger des Heils. De relatie met de minderjarige vriend duurt voort, maar is tegen de wet (artikel 248 bis). Diekmann’s hospita geeft hem aan. Hij wordt door de Amsterdamse zedenpolitie gehoord, zonder verdere gevolgen. Maar de jongen wordt door zijn ouders naar een opvoedingsgesticht gestuurd. Han Diekmann worstelt met zijn homoseksuele gevoelens. Hij leert ze te aanvaarden terwijl hij overtuigd christen blijft. Een nieuwe relatie met een minderjarige jongen loopt echter slecht af. De vriend brengt hem in financiële problemen en er wordt opnieuw aangifte gedaan vanwege 248 bis. Diekmann krijgt drie maanden gevangenisstraf plus TBS, die wordt uitgevoerd in de psychopatenafdeling van een Leids gesticht (1928). Als hij na verloop van tijd te kennen geeft geen homo te willen zijn maar een ‘normaal mens’, achten zijn behandelaars hem niet meer ziek. In 1930 komt Han Diekmann vrij. Hij gaat direct het land uit, naar België, waar hij zich tot een succesvol zakenman ontwikkelt. De rest van zijn leven zal hij over de gevangenisstraf en de ter beschikkingstelling zwijgen.
Han Diekmann (coll. Hans Warmerdam)
De oorlogsdreiging is voor Diekmann reden in 1938 naar het veilig geachte Nederland terug te keren. Hij vestigt zich op 3 september in Amsterdam, in de Reguliersdwarsstraat. Na een tussenadres huurt hij vanaf april 1939 een huis in de Noorderstraat nr. 62, tusen Reguliers- en Vijzelgracht. Via een jonge vriend maakt Han Diekmann in augustus 1939 kennis met Nico Engelschman. Engelschman (25) is veel jonger en maatschappelijk zeer bevlogen. De dan vijfentwintigjarige Engelschman en de bijna twintig jaar oudere Diekmann krijgen een relatie. Het zou niet meer dan een platonische vriendschap geweest zijn, maar Diekmann blijft zijn hele leven op Engelschman verliefd. Hun korte relatie is voor de Nederlandse homobeweging van grote betekenis. Diekmann zou later zeggen dat hieruit het COC is geboren. Inderdaad was zonder zijn geld, zijn huis en zijn stencilmachine de oprichting en uitgave van het blad ‘Levensrecht’, geesteskind van Engelschman en Jaap van Leeuwen, nauwelijks denkbaar geweest. Maar er is meer. De oproep om de oprichting van het blad mogelijk te maken gaat deels naar de gemeenschappelijke kennissen van Nico en Han. In het eerste nummer, van 1 maart 1940, staat alleen Diekmann onder eigen naam, met adres en gironummer in de titelbeschrijving. Nico staat er in als Bob Angelo, redacteur. Dat geldt ook voor de twee nummers die nog volgen. Diekmann kan dan ook als de uitgever van Levensrecht worden beschouwd. De zedenpolitie houdt zowel hem als Nico in de gaten. Hun persoonsgegevens en een exemplaar van Levensrecht worden naar de procureur-generaal gestuurd. Engelschman moet in de tweede week van maart op het bureau verschijnen. De zedendienst vraagt advies bij het Ministerie van Justitie. Eind maart antwoordt de betreffende ambtenaar: “Dit orgaan voor homosexueelen houdt zich angstvallig binnen de grenzen der strafwet. Ingrijpen is m.i. aan de hand van de bestaande bepalingen niet mogelijk”. Niet lang na de uitgave van het eerste nummer loopt de relatie tussen Diekmann en Engelschman stuk. Dit leidt tot tweespalt in de kring van medewerkers en bedreigt het bestaan van ‘Levensrecht’.
De bedreiging van buitenaf is echter groter. De Duitse inval op 10 mei maakt het voortbestaan van het blad feitelijk onmogelijk. Het is Han Diekmann die op 5 augustus 1940 tegenover de Amsterdamse zedenpolitie verklaart dat de uitgave van het tijdschrift is gestopt. De sporen van het blad waren toen al grotendeels uitgewist. Op de dag van de Duitse inval had de redactie het derde nummer, dat net gestencild was, met de restanten van de eerdere nummers en de ledenadministratie in een wasketel tot pap gekookt en de brei daarna in de Reguliersgracht gestort. De gelden werden gewoon door Diekmann beheerd. Pas na de oorlog zal er weer contact tussen Diekmann en de andere medewerkers van Levensrecht ontstaan.
Han verhuist in oktober 1941 naar Haarlem, waar hij op het adres Ripperdastraat 15c woont. Vanaf april 1942 beginnen de systematische acties om niet alleen werklozen, maar ook Nederlandse arbeiders in Duitsland tewerk te stellen. In 1943 worden studenten en ex-militairen gedwongen om te gaan. Velen weten zich aan de maatregelen te onttrekken. In augustus van dat jaar eist Generalbevollmächtigter Fritz Sauckel 150.000 Nederlandse mannen. Aanvankelijk stelt men de maximumleeftijd op 45 jaar, later wordt deze verruimd naar 50. Han Diekmann besluit nu onder te duiken, vermoedelijk in Amsterdam. Daar wordt hij op 6 juni 1944, als de geallieerden in Normandië landen, bij een razzia opgepakt. Zijn rode das en zijn opmerking dat hij het niet nodig vindt in Duitsland te gaan werken laden de verdenking op hem dat hij communist is. Na een korte gevangenschap in kamp Amersfoort wordt Diekmann bij de Messerschmitt-vliegtuigfabrieken in Stuttgart tewerkgesteld. Hij werkt er als kok en administrateur en weet te overleven. In juni 1945 is hij terug in Haarlem.
Als Nico Engelschman het blad Levensrecht in 1946 opnieuw uitbrengt (nummer 4) draagt het titelonderschrift maar één naam, J.L. van Dijk, met adres en gironummer. Han Diekmann voelt zich gepasseerd, maar wordt uiteindelijk wel actief in de lezerskring van het blad, Wetenschappelijk, Cultureel- & Ontspanningscentrum de ‘Shakespeare Club’. Als dit in 1949 wordt omgezet in het Cultuur en Ontspanningscentrum (COC) start Diekmann een afdeling in Haarlem (januari-september 1951). In 1956 wordt hem door het COC het erelidmaatschap toegekend. Han Diekmann overlijdt in 1989 in Heemstede.
Bronnen:
Lezing Hans Warmerdam op 19 januari 2008 voor het COC Kennemerland
http://www.nationaalarchief.nl/images/3_9557.pdf (dwangarbeid)
http://www.ihlia.nl/documents/pdflib/Levensrecht/1940/Levensrecht-01.pdf (hier zijn ook de twee andere nummers uit 1940 als pdf-bestand te vinden)
http://www.publiek.coc.nl/cocupdatepdf/Update2005-4.pdf (Rob Tielman Jan Carel Warffemius)
http://www.herdenkenenvieren.nl/hev/4.mei/organisaties.van.de.naoorlogse.generatie (over de betrokkenheid van het COC bij 4 mei).