Salomon Lam

(Amsterdam, 24 september 1886). Salomon was handelsreiziger en ongehuwd. Afgaand op het Joods Monument woonde hij in 1941 met het jonge echtpaar Springer en het gezin Sluijzer op de derde verdieping van de Sarphatistraat 195. Zijn ouders waren Levie Lam en Sara Vleeschdrager. Volgens het Amsterdamse politierapport van 1942 was zijn adres Nieuwe Achtergracht 107 parterre, naar het Joods Monument de woning van het bejaarde echtpaar Emanuel en Mirjam Mossel-Mulder. Op 26 augustus 1942 werd hij door de zedenpolitie opgepakt, op dezelfde dag als Samuel Hoepelman en Isaäc Walvisch (zie elders). Het was 'Kriminalbeamte' en hoofd zedenpolitie Jasper van Opijnen die hem arresteerde. Van Opijnen rapporteerde aan het Bureau Joodsche Zaken, in dezelfde bewoordingen als hij bij Hoepelman deed, dat Lam 'arische' jongens tot ontucht verleidde. Het Bureau stelde op basis hiervan vast dat deze jood een gevaarlijke homoseksueel was en een schadelijk element dat definitief uit de maatschappij moest worden gebannen. Medewerker Kaper van het Bureau wist bovendien dat Salomon een communist was. Dit woord is onderstreept. Salomon Lam, jood èn homo èn communist, werd dezelfde dag nog uitgeleverd aan de SD en via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Daar kwam hij op 13 november 1942 om het leven, 56 jaar oud.

Bronnen:
- NIOD, dossier Bureau Joodsche Zaken Amsterdam (5225/7317), met dank aan Erik Schaap, juni 2010
- www.joodsmonument.nl

© 2023 Bevrijding Intercultureel