Samuel Hoepelman

(Amsterdam, 28 juni 1896). Samuel was kantoorbediende en ongehuwd. Hij woonde bij zijn hoogbejaarde ouders, Jacob Hoepelman (Amsterdam 1863) en Alida Hoepelman-Suis (idem) op de Valckenierstraat 35-I. Op 26 augustus 1942 werd hij door de zedenpolitie opgepakt, op dezelfde dag als Isaäc Walvisch (zie onder). Het was 'Kriminalbeamte' en hoofd zedenpolitie J. van Opijnen die hem arresteerde.


Rapport omtrent Samuel Hoepelman (Bron: NIOD)
Van Opijnen rapporteerde aan het Bureau Joodsche Zaken dat Hoepelman 'meermaals tegennatuurlijke ontucht heeft bedreven met arische jongens, en nog steeds openbare toiletten bezoekt om hen tot ontucht te verleiden'. Het Bureau (ene P.K.) stede op basis hiervan vast dat deze jood een gevaarlijke homoseksueel was en een 'Volksschädling', een schadelijk element. Hij diende definitief uit de maatschappij te worden verwijderd. Samuel Hoepelman werd op de dag van zijn arrestatie uitgeleverd aan de SD. In december ’42 werd hij naar Westerbork gestuurd, en van daar op 20 april 1943 naar Sobibor gedeporteerd. Daar werd Samuel Hoepelman op 23 april vergast, 46 jaar oud. Zijn ouders waren enkele weken vóór hem, op 26 maart 1943, in hetzelfde kamp omgebracht. Een broer of zus van Samuel overleefde de Holocaust.

Bronnen:
- NIOD, dossier Bureau Joodsche Zaken Amsterdam (5225/7313), met dank aan Erik Schaap, juni 2010
- www.joodsmonument.nl

© 2023 Bevrijding Intercultureel